top of page
  • Foto van schrijverMichel

GR34 - Dag 1 - Le Fret > Kerguinou


Datum: Woensdag 01/08/2018 Etappe: Le Fret > Kerguinou Afstand: 18,0 kilometer Stijgingsmeters: 233m / Dalingsmeters: 169m Weer: Zonnig, 23°C ​Om 5u30 trek ik thuis de deur achter me dicht. Het gaat met de bus, dan metro richting Brussel-Zuid. De treinen zijn allemaal op tijd en dus kom ik mooi op tijd in Brest aan. Ik volg de menigte naar de uitgang van het in renovatie zijnde station. Ik ga eerst op zoek naar het kantoortje waar ik een ticket voor de overzetboot naar Le Fret wil kopen. Ik begin de GR34 immers niet in Brest of Landévennec zoals velen, maar in Le Fret.

​Nadat ik voor €9,50 een ticket heb gekocht, ga ik op zoek naar de lokale supermarkt voor middag- en avondeten. Na een ommetje langs het plein voor het stadhuis en de hoofdstraat installeer ik me in het De Gaulle-tuintje op de oude vestingsmuur van de stad om mijn lunch op te eten. Het zonnetje straalt en het is ongenadig warm. Na de lunch wandel ik nog een stukje tot aan het station van de téléphérique die de rechteroever met het stadscentrum verbindt. Je kan hier ook een oog werpen op de enorme militaire scheepswerf. Brest is al eeuwen lang een belangrijke militaire havenstad en nu tevens het hoofdkwartier van de Franse marine.

​De overzetboot vertrekt niet zoals voorzien om 17u30. Pas om 17u50 varen we de commerciële haven uit voor een tocht van ongeveer een half uur. Onderweg passeert de boot het Île Longue, een enorm militair domein met de loodsen/bunkers van twee Franse nucleaire duikboten. Foto’s mogen niet gemaakt worden van de militaire infrastructuur. Om dat te onderstrepen, of misschien per toeval, komen twee Franse militairen op een snelle boot langszij varen en ons letterlijk vergezellen.

Île des Morts

Om 18u20 meert de boot aan in Le Fret. Ik begin meteen aan de tocht. Ik hoop om minstens tot aan de Pointe des Espagnols te geraken, zo’n 13 km verderop. Eerst wandel ik nog naast het meertje van Le Fret. Dan door een bebost stuk. Maar tenslotte moet ik de best drukke D355 kilometerslang volgen. Je hebt wel zicht op de eilanden Île des Morts en Île Trébéron. Dat maakt dit stuk toch een beetje draaglijker, al moet ik natuurlijk ook voor me kijken, zodat de auto’s me niet van m’n sokken rijden. Net voor Quélern slingert de straat letterlijk door het water. Quélern is één groot militair domein al zie je daar van de straatkant weinig van, behalve de vele affiches “verboden te fotograferen”. Aan de Cale de Quélern ga ik rechtdoor langs de D-weg en stap tot aan het kerkhof voor wat drinkbaar water. Het is even zoeken tot ik het kraantje vind.

​In Roscanvel aangekomen tegen 20u, neem ik plaats in de crêperie aldaar. Die is toch open in tegenstelling tot wat ik op het internet las. De dame des huizes zegt me dat ze in de zomer elke dag open zijn. Voor amper 10 euro krijg je een lekkere zoute en een zoete pannekoek met een drankje én een zeer vriendelijke service! Na een halfuurtje kan ik mijn weg alweer verderzetten.

​Ik hoop aan de Pointe des Espagnols een mooi slaapplaatsje te vinden met zicht op de rede van Brest. Het zicht is weliswaar bijzonder mooi, maar de ondergrond lijkt me hier niet zo ideaal. Bovendien is de GR hier afgezet wegens instortingsgevaar en moet ik dus een deel over de D355. Aan de Fort du Stiff volgt de GR opnieuw z’n originele route. Ondertussen passeren militaire bouwwerken van de afgelopen drie eeuwen de revue: bunkers uit WOII, maar ook ook forten uit de Napoleonistische periode en zelfs einde 19de eeuw. Ik kom ook het wrak van een mobiel kanon tegen, maar van wapentuig ken ik te weinig om het exact te kunnen plaatsen.

​Het blijkt uitermate lastig om enkele vierkante meters vlakke ondergrond te vinden. Ik ben ondertussen al een eind voorbij de Pointe des Espagnols. Ter hoogte van Kerviniou maak ik de fout om op het nieuwe stuk van de GR te blijven wandelen terwijl ik daar eigenlijk linksaf had moeten draaien richting Kerjean. Op zich geen erg, want de GR komt even verder opnieuw op de D355 uit. Het is nu ook al zeer donker dus ik moet dringend een plaatsje vinden. In de huizen die ik tegenkom brandt geen licht, dus ga ik verder.

​Bij Kerguinou zie ik “stèle” op de kaart staan. Een monument dus. Ik hoop daar een plaatsje te vinden. Dat doe ik uiteindelijk ook. Voor het monument zijn de tegels zo aangelegd dat ik er net mijn slaapmat en slaapzak op kan plaatsen. Het is nu al bijna half elf en ik zie niets meer zonder lamp. Ik leg me te slapen, want het was een al een lange dag en morgen belooft het een zware etappe te worden.


Wil je ook mee gaan wandelen? Of liever een bivaktocht meemaken? Misschien je kennis verruimen? Een trektocht leren plannen? Ultimate Hiking biedt een waaier aan activiteiten.

bottom of page